Net weer een boek uit. “In onze tijd: Leven in het calamiteitperk” van Tim Fransen. Echt een aanrader. Het laatste hoofdstuk over optimisten en pessimisten deed me denken aan dit doek dat ik in 2020 maakte.
De manier waarop biologen naar de wereld kijken is interessant. Hoe ze de aardbol, planten en dieren observeren als buitenstaander en de gedragspatronen ontdekken. Zo kan je ook naar mensen kijken. Sommige mensen graven. Ze bestuderen het verleden, onze voorouders en de oorsprong van dingen. Anderen kijken altijd omhoog naar de horizon. Zoekend naar iets nieuws, uitvindingen of inzichten.
Kijk naar de landbouw. De een wil terug naar voedselbossen en kleinschalige gemengde bedrijven, de ander wil innoveren en niet meer afhankelijk zijn van de grillige natuur. Vlees synthetiseren en planten in een steriele gecontroleerde binnenruimte laten groeien.
Beide groepen zijn ijverig en ploeteren voort. Optimisten en pessimisten, allemaal weten ze dat er iets moet veranderen, dat we moeten handelen. Verleden en toekomst eisen alle aandacht op en de observator ziet het gebeuren. Er is nauwelijks tijd voor pauze of even om je heen kijken en elkaar zien. We zijn bang om te verzuipen of van het smalle richeltje af te donderen. Klimmers en gravers, optimisten en pessimisten, links en rechts, we lijken zo verschillend. Maar volgens mij zijn we op zoek naar precies het zelfde. Een fijn leven met elkaar, nu en in de toekomst. Misschien tijd voor pauze. Even in het gras liggen naast de observator en luisteren of die nog iets te zeggen heeft.
De fossielen in de onderlaag zijn van links naar rechts: Joseph Stalin, Florence Nightingale, Napoleon Bonaparte, Mao Tse Tung, Michiel de Ruyter, Frida Khalo, Jeannde d”Arc, Geronimo, Eva Perron, Abraham Lincoln, Mahatma Gandhi, Nelson Mandela en Aletta Jacobs.
Geef een reactie